Verlofsoorten

1.1         Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Als je zwanger bent, heb je recht op zwangerschapsverlof vanaf zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Het is mogelijk het verlof later in te laten gaan, maar dat moet uiterlijk vier weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid gaat het verlof zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum in.

Het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof moeten samen minstens 16 weken zijn. Als je in verwachting bent van een meerling krijg je vier weken zwangerschapsverlof extra. Je kunt de laatste periode van het bevallingsverlof in delen opnemen. Dit gaat om het bevallingsverlof dat overblijft vanaf zes weken na de datum van je bevalling. Dit deel van het verlof kun je gespreid opnemen over een periode van maximaal 30 weken. Uiteraard gaat dit in overleg met je leidinggevende. Het verzoek om dit verlof flexibel op te nemen moet je uiterlijk drie weken na de bevallingsdatum doen.

Bij langdurige ziekenhuisopname van je kind duurt het bevallingsverlof maximaal 10 weken langer. Zo heb je als moeder de gelegenheid het kind een aantal weken thuis te verzorgen (couveuseregeling).

Indien je in verwachting bent, dan moet je dit melden aan de afdeling Mens & Organisatie in verband met de aanvraag van een WAZO-uitkering en het afstemmen van het verlof.

 Geboorteverlof

Je kunt geboorteverlof (1 werkweek) opnemen als je vrouw of partner is bevallen. Dit moet je wel doen binnen 4 weken nadat het kind geboren is. Dit geldt ook als het kind eerst nog een tijdje in het ziekenhuis verblijft. De periode van 4 weken verschuift daardoor niet.

Informeer je leidinggevende en de afdeling Mens & Organisatie vooraf of zo snel mogelijk na de geboorte wanneer je het geboorteverlof opneemt. Dit mag mondeling of schriftelijk.

Aanvullend geboorteverlof

Is jouw partner pas bevallen? Dan kun je aanvullend geboorteverlof opnemen. Hierdoor krijg je extra tijd om door te brengen met jouw pasgeboren kind. Je kunt maximaal 5 keer het aantal uren van je werkweek aanvullend geboorteverlof opnemen. Je kunt het verlof flexibel opnemen. Bijvoorbeeld 5 weken achter elkaar of verspreid over 6 maanden. Je krijgt over deze 5 weken 70% van je dagloon doorbetaald, tot maximaal 70% van het maximumdagloon.

Je komt in aanmerking voor aanvullend geboorteverlof als het volgende voor jou geldt:

  1. Je neemt eerst het standaard geboorteverlof van 1 keer je werkweek op. Dit doe je binnen 4 weken na de geboorte van het kind;
  2. Je neemt minimaal 1 keer het aantal uren van je werkweek aanvullend geboorteverlof op;
  3. Je neemt het aanvullende geboorteverlof op binnen 6 maanden na de geboorte van het kind.

Je hebt ook recht op een uitkering aanvullend geboorteverlof als jouw kind na 24 weken zwangerschap is overleden.

Betaald ouderschapsverlof

Per 2 augustus 2022 is de Wet betaald ouderschapsverlof ingegaan. Door invoering van het deels betaalde ouderschapsverlof wil het kabinet het aantrekkelijker maken voor ouders om het ouderschapsverlof daadwerkelijk op te nemen. Ouders met een arbeidsovereenkomst mogen dan 9 weken van hun onbetaalde ouderschapsverlof betaald opnemen.

Die negen weken betaald verlof gaan trouwens wel af van de 26 weken die je al had (zie onderstaand hoofdstuk onbetaald ouderschapsverlof). Dus neem je in het eerste levensjaar van je kind de volle negen weken betaald verlof op, dan heb je nog 17 weken onbetaald ouderschapsverlof over om op te maken tot het kind 8 jaar wordt. Deze 9 weken moet je echter wel binnen 12 maanden na de geboorte van je kind opnemen. Of binnen 12 maanden na opname in het gezin, als het om een adoptie- of pleegkind gaat en het kind nog geen 8 jaar is. Je kunt het verlof flexibel opnemen, bijvoorbeeld een dagdeel per week, zolang het maar gebeurt voor de eerste verjaardag van je kind.

Je krijgt over deze 9 weken van het betaalde verlof 70% van je dagloon doorbetaald, tot maximaal 70% van het maximumdagloon. Het ouderschapsverlof geldt ook voor sommige ouders die vóór de invoering van de wet een kind hebben gekregen. Het kind moet op het moment dat de wet ingaat jonger dan 1 jaar zijn. Ook moeten ouders op dat moment werken (werknemer zijn). En nog niet het volledige recht (26 maal de arbeidsduur per week) op ouderschapsverlof hebben opgenomen.

Wil je hier gebruik van maken? Dien de aanvraag voor het ouderschapsverlof dan twee maanden voor de dag waarop je het verlof wilt laten ingaan schriftelijk in bij de afdeling Mens & Ontwikkeling (i.o.m. je leidinggevende). Geef daarbij aan per welke datum je het verlof wilt laten ingaan. Geef ook het aantal uren per week aan en de spreiding van die uren.

 Onbetaald ouderschapsverlof

Ouderschapsverlof kun je opnemen als je zorgt voor (inwonende) kinderen jonger dan 8 jaar. Je hebt één keer recht op ouderschapsverlof per kind. Beide ouders hebben recht op ouderschapsverlof. Als je een meerling krijgt, kun je per kind ouderschapverlof opnemen. Je kunt ook ouderschapsverlof opnemen voor een adoptiekind, pleegkind of stiefkind.

De duur van het ouderschapsverlof is afhankelijk van de omvang van je dienstverband. De standaardregeling is 26 maal het aantal uren dat je wekelijks werkt. Het verlof wordt vastgelegd voor een periode van maximaal twaalf maanden en voor ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week. Na deze periode zal opnieuw worden gekeken of de afspraken gecontinueerd zullen worden. Daarnaast kan het verlof opgenomen worden in ten hoogste zes perioden van ten minste één maand. De arbeidsovereenkomst blijft bestaan. Dit betekent dat je het recht hebt om na het ouderschapsverlof de arbeidsovereenkomst, zoals die voor het verlof bestond, voort te zetten.

Gevolgen

  • Je ontvangt het salaris over de uren die je werkt. Dus bij een lager percentage dienstverband wordt jouw salaris naar rato aangepast;
  • De pensioenpremie wordt doorbetaald conform het oorspronkelijke percentage dienstverband;
  • Het ouderschapsverlof wordt niet opgeschort als je ziek wordt. De doorbetaling van het salaris tijdens ziekte wordt berekend op basis van het salaris dat je geniet tijdens het ouderschapsverlof. Als je na afloop van het ouderschapsverlof nog ziek bent, wordt de doorbetaling van het salaris gebaseerd op het salaris dat je zou genieten wanneer je het werk volledig had hervat;
  • De vakantiedagen worden gedurende het ouderschapsverlof naar rato berekend;
  • Bij gedeeltelijk ouderschapsverlof mag je gebruik blijven maken van je laptop, mobiele telefoon en je leaseauto (indien van toepassing).

 Aanvragen

Uiterlijk twee maanden voor de gewenste ingangsdatum van het ouderschapsverlof dien je een schriftelijk verzoek in bij je leidinggevende. In dit verzoek zijn de volgende zaken opgenomen:

  • De gewenste ingangsdatum van het verlof;
  • De gewenste hoeveelheid verlof;
  • De gewenste dagen waarop het verlof opgenomen wordt;
  • De totale lengte van de verlofperiode;
  • Indien je leidinggevende akkoord is, zet deze het verzoek door naar de afdeling Mens & Organisatie ter verwerking. Pas na schriftelijke goedkeuring kan het verlof worden opgenomen.

 Onderbreken van ouderschapsverlof

  • Als je zwangerschapsverlof, bevallingsverlof of adoptieverlof op wilt nemen en de periode van dit verlof samenvalt met het ouderschapsverlof, dan kun je het ouderschapsverlof stopzetten of onderbreken. Je dient hiervoor een verzoek in bij de afdeling Mens & Ontwikkeling. Je mag op een later tijdstip de rest van het onderbroken ouderschapsverlof opnemen. Het recht op ouderschapsverlof blijft dus bestaan;
  • Als je het ouderschapsverlof om een andere reden dan zwangerschap, bevalling of adoptie onderbreekt, vervalt het recht op het resterende aantal uren ouderschapsverlof tenzij het om onvoorziene omstandigheden gaat (zie volgend punt).

Zorgverlof

Er wordt onderscheid gemaakt tussen kortdurend en langdurend zorgverlof. Beide verlofsoorten dienen te worden aangevraagd bij de leidinggevende. Na akkoord zet de leidinggevende het verzoek ter verwerking door naar de afdeling Mens & Ontwikkeling.

Kortdurend zorgverlof

Dit verlof geeft recht op twee keer het aantal uren dat je per week werkt in een periode van 12 maanden. De periode van 12 maanden gaat in op de eerste dag waarop het verlof wordt genoten. Zorgverlof kan worden opgenomen voor de verzorging van thuiswonende zieke kinderen of partner en voor de verzorging van zieke ouders. Medewerkers die kortdurend zorgverlof opnemen, krijgen 70% van het loon doorbetaald, met als ondergrens het minimumloon. Dit recht geldt ook voor pleegouders, als zij op hetzelfde adres wonen en hun pleegkinderen duurzaam opvoeden en verzorgen op basis van een pleegcontract. Freia Groep kan opname van dit verlof weigeren bij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Kortdurend zorgverlof kan ook worden opgenomen voor de noodzakelijke zorg voor:

  • grootouders, kleinkinderen, broers en zussen (tweedegraads bloedverwanten);
  • andere huisgenoten dan jouw kinderen of partner (bijvoorbeeld een inwonende tante);
  • mensen met wie je een sociale relatie hebt (bijvoorbeeld een buurvrouw of vriend) en die van jouw hulp afhankelijk zijn.

 Langdurend zorgverlof

Langdurend zorgverlof is er om voor langere tijd voor jouw ernstig zieke partner, kind of ouder(s) te zorgen. Medewerkers die dit verlof opnemen krijgen geen loon doorbetaald. Langdurend zorgverlof dien je uiterlijk 2 weken voordat het verlof ingaat schriftelijk aan te vragen bij je leidinggevende. De duur van het verlof bedraagt maximaal 6 keer het aantal uren dat je per week werkt, in de periode van 12 maanden. Richtlijn is dat het verlof mag worden verdeeld over maximaal 18 weken, een andere verdeling mag in overleg met jouw leidinggevende.